‘Als ik zie hoe het complex erbij ligt, doet dat zeer’
Hij werkt op tweehonderd meter van Sportpark ’t Lood en als hij een rondje over het complex loopt, wordt Jack van Baar wel eens weemoedig. ,,Het is toch iets waar ik heel veel tijd in gestoken heb en als ik dan zie hoe het erbij ligt, doet me dat wel zeer.” De contacten met overgebleven leden zijn wat verwaterd, bekent Van Baar, jarenlang een markant gezicht bij Flamingo’s. ,,Maar ik doe wel mijn best erbij te zijn als het echte afscheid daar is.
Problemen heb ik met niemand en tja, het is zoals het is.” Hij wordt nog altijd vaak geassocieerd met de club waar hij op zijn zevende lid van werd. ,,Ik kom regelmatig mensen tegen die me herkennen. Heel vaak weet ik niet wie zij zijn. Als is het meestal wel zo dat als zij het uitleggen er een belletje gaat rinkelen. Ik vind het verder alleen maar mooi dat zij me niet zijn vergeten.”
Foto: Martin de Haan.
Als speler stond hij begin jaren zeventig even op een wachtlijst voor hij zijn eerste wedstrijden kon spelen. ,,Dat was toen zo. Later waren we blij met elk jeugdlid.” Hij doorliep de leeftijdsgroepen en op zijn negentiende maakte hij als spits zijn debuut in de hoofdmacht. Zijn sportieve hoogtepunt beleefde hij in 2001. ,,Dat was heel memorabel. Ik was toen al in mijn nadagen. Ron (Weinbrecher, de toenmalige trainer, red.) wisselde me altijd na 75 minuten. Dan was ik wel op. We hebben dat seizoen een heel mooie bekercyclus beleefd. In de eerste rondes wonnen we vrij makkelijk, in de kwartfinale moesten we thuis tegen Hollandia.”
Geen lid
De Hoornse hoofdklasser voorkwam vlak voor tijd een nederlaag, maar in de strafschoppenserie bleek Flamingo’s koelbloediger. Pikant detail was dat de uitblinker doelman Ben Stadegaard was. Die was op dat moment geen lid van de club. ,,Dat kunnen we nu wel zeggen. Over een paar weken
bestaan we toch niet meer, haha.” Een nieuwe stunt leek in de maak in de halve finale. Tegen ADO’20, eveneens uitkomend op het hoogste amateurniveau, werd het 1-1. ,,Helaas ging het deze keer mis in de penaltyserie en ging ADO’20 naar de finale.”
Van Baar werd echter vooral een belangrijk gezicht van de club door zijn vele andere functies. Dat werden er gaandeweg steeds meer. ,,Ik was in de eerste plaats wedstrijdsecretaris, maar later was ik ook algemeen bestuurslid. Op een gegeven moment stopte de wasvrouw en ben ik dat erbij gaan doen. Daarna stopte weer iemand anders en nam ik dat over. Ik had na verloop van tijd heel veel petten op en was dertig uur in de week bezig voor de club. We runden de vereniging grotendeels met drie, vier man. Dat ging op een gegeven moment niet meer en daarom hebben voorzitter Paul Gijzen en ik gezegd: we stoppen ermee. Gelukkig kwam er toen een groep van vijf man die het overnam.”
In het begin van de eeuw kwam AZ naar ’t Lood. Van Baar heeft er goede herinneringen aan. ,,Ik werkte veel samen met Rob Boersma, de wedstrijdsecretaris van AZ. Het was een heel intensieve tijd, want er kwam veel organisatie bij kijken, maar we hadden altijd een heel prettige en constructieve verstandhouding. De komst van AZ betekende ook een groei van Flamingo’s. Voordat die club kwam hadden we problemen om voldoende jeugdteams op de been te krijgen, maar die afdeling leefde helemaal op.”
Breekpunt
Dat gold ook voor de sportieve prestaties. Flamingo’s klom op tot de tweede klasse en stond in 2010 zelfs op de drempel van de eerste klasse, maar verloor het beslissende nacompetitieduel met 7-1 van SVW’27. ,,Als ik nu terugkijk, denk ik dat dat een breekpunt was. Als we de eerste klasse wel hadden gehaald, was het misschien anders gelopen. Ik hoorde achteraf dat er al de nodige onenigheid was in de kleedkamer en toen het dat jaar niet lukte, ging het heel snel achteruit.”
In zak en as
Dat zorgde voor een intensieve tijd, maar dan op een beduidend minder positieve manier. ,,Op een gegeven moment moesten we overal spelers vandaan halen om een team op de been te krijgen; of een keeper een week lang moed in praten, nadat hij weer veel goals tegen had gekregen en in zak en as zat. Als we eenmaal elf man hadden, dan bleek dat voetbal behoorlijk moeilijk was voor sommige jongens. We hebben in het laatste jaar in de vierde klasse kunnen voorkomen dat de stekker er voortijdig uit werd getrokken. We hebben het seizoen netjes afgemaakt.” De 0-20 nederlaag tegen FC Velsenoord in 2015 was niet eens het grootste dieptepunt, stelt Van Baar. Dat werd twee seizoenen daarvoor beleefd. ,,Toen moest ik naar Alkmaarsche Boys toe om te vertellen dat de wedstrijd niet door kon gaan, omdat we niet genoeg spelers hadden. Er waren er een paar gestrand ergens in Amsterdam, meen ik. Ik ben met lood in mijn schoenen naar die club toegegaan, want om zoiets aan een andere club uit Alkmaar te moeten meedelen, is echt heel pijnlijk.”
Liever onthoudt Van Baar de mooie dingen ,,Wat ik het meest koester, is het samenzijn met een team en een wedstrijd spelen. Daarnaast hebben we natuurlijk veel mooie feesten gevierd. Ik ben nog steeds bevriend met jongens die ik uit de jeugd ken, inmiddels allemaal vijftigers en zestigers. We gaan nog elk jaar een weekend op pad. Dan gaan we ergens een voetbalwedstrijd kijken, proeven we cultuur en denken we natuurlijk ook aan de inwendige mens. Prachtig.”