Ingezonden brief
Met veel plezier maar ook weemoed heb ik de serie De laatste Loodjes over het naderende einde van “onze” voetbalclub Flamingo’s 64 gelezen.
Als oud-speler herken ik mij in veel dingen, ook al is het lang geleden dat ik er speelde. Van 1973 tot en met 1981 om precies te zijn, van mijn 9e tot en met mijn 17e. Daarna werd ik opgeslokt door school, vrienden en vriendinnen en veel meer.
Ook ik maakte de voetbalkampen mee, in 1978 het kamp naar Assen waar we een week verbleven op het middenterrein van de lokale ijsbaan. Of in 1979 naar Koblenz, toen nog West-Duitsland. Een berucht verblijf waar binnen een middag alle bierpullen uit de tegenover gelegen kroeg van ons verblijf waren verdwenen. Soms wordt er weleens gezegd: “Gelukkig hebben we de foto’s nog.” Jack van Baar zei vorig jaar tijdens het feest van 60 jaar bestaan: “Beter van niet.”
Ik was geen topper, ik speelde in de lagere elftallen maar altijd wel met plezier. Ik was een van die jongens uit Nieuw Overdie die naar de club kwam uit een arbeidersgezin. Mijn broer Paul volgde later voor een aantal jaar. Paul was technisch beter maar hield het snel voor gezien. Ik had een goede trap. Meestal stond ik rechtsback of rechtshalf en scoorde zodoende zelden. Al met al een keer of drie, vier.
Staand v.l.n.r.: Dirk Berger, Jan Lengers, Coen v/d Veer, Leon Laas, ?, Rene Vriend, Rick Romein en Jaap Bas.
Zittend v.l.n.r.: Gerard Mackaaij, broertje van Frans de Koning, Ronald Schouten, Tinus Kallenkoot, Guus Mathijsen, Frank de Jong en ?
Flamingo’s ging verder dan de velden van de club. In de wijk waar ik woonde waren twee pleinen, het “grote” en het “kleine” plein. Op het grote plein voetbalden de jongens van de Jong, Schouten en Ad Veel. Op het kleine plein speelde ik zelf met de jongens van Mathijsen, Elout, Manshanden en ook Ad Veel. Later voegden mijn broer en Yafuz Ozturk en Frank Hofstede zich er bij. Tot mijn 18e trapte ik de neuzen van mijn beste schoenen kaal op dat plein.
Langdurige vriendschappen ontsproten er. Zo zie ik jeugdvriend Ad Veel nog steeds en Rob Lengers ken ik al sinds mijn vijfde. We kwamen elkaar weer tegen rond 1976 bij Flamingo’s en zaten een aantal jaar in dezelfde elftallen onder leiding van Hans Gerdes.
De nieuwe kantine heb ik nauwelijks meer meegemaakt. Eind 1981 bij de oplevering was ik al weg of stond op het punt het lidmaatschap op te zeggen.. Toch bleef het altijd jeuken: even langs de club rijden om te zien hoe het er bij ligt. Via Han, een van de spelers in het overgebleven elftal, kwamen de herinneringen weer op gang.
Vaak heb ik gedacht of het niet mogelijk was (en is?) om oud-leden te benaderen en weer lid te worden van Flamingo’s en wandelvoetbal te introduceren. Ik zou er direct voor gaan met mijn 61 jaar. Maar dat terzijde.
Morgen, 17 mei, is de allerlaatste wedstrijd van Flamingo’s op De Lood. Natuurlijk ga ik heen, om afscheid te nemen van mijn club. Flamingo’s is voor altijd, hoe lang of hoe kort je ook verbonden bent geweest aan de vereniging.
Hartelijke groet,
Alex van der Tuuk