Mijn hele geschiedenis ligt bij Flamingo’s
Wie Flamingo’s zegt, zegt Maurice Gijzen. De spits stond jarenlang bovenaan de topscorerslijsten en groeide uit tot de bekendste speler van de Alkmaarse vereniging. Nog altijd pikt hij zijn goals mee. Tot de laatste dag, dat de club bestaat.
Als het om de club gaat, vindt Maurice Gijzen zelf dat hij helemaal niet zoveel credits verdient. ,,Ik ben alleen maar lid geweest. Het enige wat ik daarnaast heb gedaan, was begeleider zijn van de teams van mijn kinderen. De mensen die het al die jaren mogelijk hebben gemaakt om de club te laten draaien, verdienen de meeste eer. De jeugdkampen waren legendarisch. Iedere voetballer, die er een heeft meegemaakt, heeft het er nu nog over.”
Foto: Martin de Haan.
Hij was vijf, toen hij met zijn vader Paul (die later de langst dienende voorzitter van de club was, red.) voor het eerst meeging naar ’t Lood. ,,We woonden niet eens dichtbij, maar al vrij snel ging ik er alleen heen en was ik vaak het hele weekeinde op de club.”
Dat het vertrouwde ritje via het fietstunneltje straks ten einde is, doet wat met hem. ,,Ik probeer er niet al te veel aan te denken, maar als ik terugga in de tijd, krijg ik wel een brok in mijn keel. Ik heb hier zoveel mooie dingen meegemaakt en bijna alle vrienden die ik heb, ken ik via de club. Mijn hele geschiedenis ligt hier.”
Wie het over Maurice Gijzen als voetballer heeft, heeft het in de eerste plaats over doelpunten. ,,In de jeugd hield mijn oom Steven Kolster, met wie ik later nog heb gespeeld, het allemaal bij. In mijn eerste seizoen in de F’jes maakte ik 99 doelpunten. Daar begon het dus al. Ik weet niet beter dan dat ik in de spits sta.”
In zijn eerste jaar in de hoofdmacht scoorde hij meer dan dertig keer en dat viel op. ,,Ik was achttien en werd voor AZ gescout door Hugo Hovenkamp. Ik ben op stage geweest en mocht blijven op amateurbasis. Na twee jaar kreeg ik een echt contract en heb er vier jaar gevoetbald, waarbij ik nog verhuurd ben aan Heracles en Haarlem. Bij AZ heb ik in het beloftenteam trouwens nog even als laatste man gespeeld. Dat ging best aardig, maar mijn hart lag niet echt bij die positie.”
Na vier jaar stapte hij over naar het Oostenrijkse Bad Bleiberg, een dorpsclub die op dat moment aan een opmars bezig was. ,,Daar was een man, Egon Putzi, die rijk geworden was in de software. Die wilde eigenlijk met een andere club, FC Villach naar het hoogste niveau, maar daar werd hij uitgelachen om zijn plannen. Waarna hij met zijn eigen dorpsclub datzelfde ging proberen. Ik kwam erbij in de eerste divisie, maar ben er na een halfjaar vertrokken. Er waren heel veel buitenlandse spelers en de regels werden in die tijd veranderd, zodat er maar een beperkt aantal mocht spelen. Daarnaast moest ik aan mijn schouder worden geopereerd en werd mijn oudste kind in die periode geboren. Dat was alles bij elkaar een goede reden om terug te gaan naar Nederland.”
Gijzen koos voor zijn maatschappelijke carrière en keerde terug naar Flamingo’s. ,,Die profjaren waren prachtig en ik ben ook later gevraagd door hoger spelende clubs, maar heb gekozen voor mijn vrienden en Flamingo’s. Met die ploeg zijn we nog best ver gekomen.”
Op de drempel van de eerste klasse om precies te zijn, wat op dat moment het op één-na-hoogste amateurniveau was. De sportieve teruggang maakte hij niet mee. Hij switchte naar de zaterdag. ,,Daar hadden we op een gegeven moment zo’n goed team dat we in de vierde klasse voor het kampioenschap konden gaan.”
In 2019 voegde hij zo nog een titel aan zijn palmares toe. ,,Ik ben nooit gedegradeerd. In het jaar na het kampioenschap werd vanwege corona de competitie stilgezet. Ik moet eerlijk zeggen dat we dat seizoen waarschijnlijk wel zouden zijn gedegradeerd. We hadden toen besloten om vrijwillig een stap terug te doen. Maar dat is er nooit uitgevoerd, omdat we stopten met een eerste team.”
Nu speelt hij nog wekelijks met het tweede, het enig overgebleven team. ,,Nee, ik heb geen idee hoeveel doelpunten ik dit seizoen heb gemaakt. Ik was er in de jaren dat ik in het eerste speelde wel mee bezig. Ik stond elk seizoen bovenin de topscorerslijst, dan wilde ik winnen ook. Al zag ik doelpunten maken een beetje als een baan. Ik stond daarvoor in het veld, zoals een verdediger in het veld staat om doelpunten te voorkomen.”
Het verbaast de goalgetter van weleer dat zijn honger naar treffers niet minder is geworden. ,,Ik had gedacht dat als ik in een lager team zou spelen het fanatieke er wel af zou gaan, maar ik wil nog gewoon elke week winnen en scoren. Dat werkt blijkbaar zo bij mij. Net zoals ik nog steeds fanatiek en irritant kan zijn. Ik word volgende week vijftig, dus sportief stelt het natuurlijk allemaal niet zoveel meer voor, maar ik beleef nog steeds veel plezier aan het voetballen. Ik heb al een paar keer samengespeeld met mijn jongste zoon Indy. Dat vind ik een hoogtepunt, samen voetballen met mijn kinderen.”
Zoals hij ook al eens op het veld stond als tegenstander van zijn oudste zoon Joey, actief bij vierdedivisionist Kolping Boys. ,,Het is natuurlijk alleen maar leuk dat door hem de associatie met de naam Gijzen voortleeft.”
Als hij aan Flamingo’s denkt, denkt hij in de eerste plaats aan alle mensen die door de jaren heen veel voor de club hebben betekend. ,,Ik wil niemand tekort doen, dus ik noem geen namen, maar ik ben vooral heel dankbaar voor alle tijd die zij in de vereniging hebben gestoken. Er werd altijd wel wat bedacht om iedereen te vermaken en ik kan een heleboel pagina’s vullen met wat we allemaal hebben meegemaakt. Het is echt een schitterende tijd geweest.”